Epson verlengt de garantieopties en spare parts beschikbaarheidsperiode voor office printers. Waarmee ze een levensduur tot acht jaar bieden en haar circulariteits- en afvaldoelstellingen realiseren.

Om de doelstellingen voor circulariteit en afvalreductie te realiseren, heeft Epson een uitgebreid programma voor garantie en vervanging van onderdelen voor zijn zakelijke printers opgesteld. Dit nieuwe systeem verlengt de standaardlevenscyclus van printers (met contract) met maximaal drie jaar tot acht jaar, en ondersteunt de inspanningen van eindgebruikers en partners om de duurzaamheid te verbeteren.

Dankzij de Heat-Free-printtechnologie worden de onderdelen van Epson inkjetprinters minder belast dan de onderdelen van laserprinters, waardoor ze normaal gesproken langer meegaan. Daarnaast hebben ze minder vervangingsonderdelen en verbruiken ze minder verbruiksmaterialen dan laserprinters, waardoor onderhoud en beheer eenvoudiger zijn. Hierdoor kunnen deze printers veel langer blijven werken dan de standaard 'contractperiode voor printers van vier tot vijf jaar'. Om producten minder vaak na vier of vijf jaar te vervangen, garandeert Epson dat ze blijven werken. 

Aldus Gareth Jay van Epson Europe: "Door de garantieperiode te verlengen en waar nodig een eenvoudig vervangingsprogramma voor onderdelen te bieden, kunnen we een 'gemoedsrust'-oplossing bieden waarbij producten veel langer kunnen worden gebruikt. Hierdoor kunnen we de vervangingscyclus verlengen en de noodzaak verminderen om nieuwe producten te maken en de oude producten af te voeren."

Gareth Jay vervolgt: "We weten dat onze partners en eindgebruikers dit willen: ze kunnen werkende producten blijven gebruiken in plaats van ze te vervangen vanwege een standaard proces. Door deze norm te doorbreken, kunnen we onze partners helpen hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen te behalen."

Henning Ohlsson, directeur MVO bij Epson Europe voegde eraan toe: "Met dit nieuwe programma van Epson kunnen we maximale waarde halen uit het gebruik van resources en komen we een stap dichter bij ons doel om in 2050 zonder ondergrondse grondstoffen te werken."